dinsdag 12 april 2011

Neuro Typisch.

“Wat is normaal?” vraagt pappa aan mij. Pappa weet sinds een paar weken dat hij Asperger heeft. Eigenlijk weten we dat natuurlijk al lang, maar nu staat het zwart op wit. Pappa is getest en de uitkomst viel pappa zwaar tegen. Pappa was behoorlijk van slag. Ik niet, want ik vind het eigenlijk wel prettig om te weten wat er nu precies mis is met hem, zodat ik kan proberen om zijn gedachtes en zijn ideeën te lezen, zodat ons gezin in rustiger vaarwater komt. Maar pappa loopt een paar dagen rond en mompelt als een vastzittende lp: “ik ben gek; ik ben gek; ik ben gek.” Dat wisten de kinderen en ik al, dus we luisteren eigenlijk niet eens naar pappa terwijl hij in staccato door blijft ratelen. En daar is pappa dan weer aan gewend. Is wederzijds trouwens, want pappa luistert ook nooit naar zijn gezin. Kan hij ook gewoon niet, sociale interactie. Maar goed, pappa vraagt aan mij wat normaal is. “Ik” zeg ik zonder te verblikken of te verblozen. “Normaal is als je voldoet aan een norm” gaat pappa verder, “maar ik voldoe ook aan een norm. Die van Asperger. Jij, bijvoorbeeld bent Neuro-typisch.” Ik meteen op mijn tenen getrapt, maar Neuro-typisch blijkt de norm te zijn. De nullijn zeg maar. “Maar” breng ik in: “nu je weet wat je mankeert, als je dat al zo mag zeggen, dan weet je ook waar je zwakke punten liggen en waar je sterke. Je kunt dus gaan werken aan je zwakke punten en je sterke punten verder uitlichten.” Pappa’s zwakke punten zijn: hij kan zich niet inleven in anderen. Wil pappa ook helemaal niet, dus daar gaat hij helemaal niet aan werken. En hij kan bijvoorbeeld emoties niet lezen. Ziet dus niet of zijn vrouw stil is omdat ze: pijn heeft; omdat ze moe is; omdat ze boos is; of omdat ze gewoon verdiept is in een spannend boek. En bij je vrouw is het wel handig als je weet waarom ze stil is, of waarom ze je de oren van je kop klept, want wat is er dan aan de hand? Is er dan iets met de kinderen; zit haar iets dwars; heeft ze iets leuks meegemaakt; is ze dan misschien boos op iemand? En zo ja. Op wie dan. Pappa heeft werkelijk geen idee. Tast volledig in het duister. Eigenlijk wel sneu voor pappa, maar pappa heeft niet eens door dat hij heel veel mist. Zo kan pappa heel bot zeggen dat hij niet wil helpen als iemand dat aan hem vraagt. Pappa bedoelt echter te zeggen: ik kan nu even niet, want ik heb nog een andere afspraak, maar over een uur kan ik wel. Pappa zegt echter niet dat hij straks wel komt, nee pappa zegt gewoon nee! En loopt weer verder. Asociaal denken de mensen dan. Maar pappa is niet Asociaal, pappa wil namelijk altijd iedereen helpen, maar soms kan dat niet stante pede. Het komt echter niet in pappa op om dat te zeggen. Pappa loopt weer weg. “Wist je trouwens dat Benjamin Franklin ook Asperger had? En die mocht de declaration of independence niet zelf schrijven.” “Waarom dan niet?” Vraag ik aan hem. “Nou, zijn medestanders in de vrijheidsstrijd waren bang dat hij er grapjes in zou zetten die niemand zou begrijpen.” En pappa buldert het uit van de lach. Geen idee waarom. Maar ja, ik ben dan ook maar gewoon een Neurotypisch persoon.

2 opmerkingen:

  1. Wat fijn dat het nu een naam heeft, al kan ik mij voorstellen dat je man dit alles op hem moet laten inwerken.
    Wat heb je trouwens een prachtige manier van schrijven Anne Marie.
    Bedankt ook voor je lieve berichtje op mijn blog.
    Lieve groet, Mea

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Onze jongste zoon heeft ook Asperger.

    BeantwoordenVerwijderen