maandag 19 september 2011

Kleine Sophie gaat visjes redden.


Op een mooie heldere middag gaat Sophie naar de speeltuin om te spelen. Mamma blijft thuis, want mamma heeft het druk. Zegt mamma. Mamma heeft het altijd druk zegt ze, maar mamma speelt gewoon spelletjes op de computer. In de speeltuin glijdt Sophie en paar keer van de glijbaan af. Draait een paar rondjes om een duikelrek en kijkt dan verveeld om zich heen. Grote meisjes omringen haar. Kauwgumkauwend op een bankje. Sophie mag geen kauwgum van mamma. Mamma zegt dat Sophie te wild is. Nou ja! Sophie is een heel lief meisje. Echt niet druk. Sophie twijfelt of ze naar de meisjes toe zal stappen. De meisjes lachen luid. Sophie deinst terug en gaat nog een paar keer draaiend om het rek. Sophie verveelt zich. Sophie wil naar huis. Maar dan bedenkt ze zich, draait zich om en loopt het steegje in. Daar in 1 van die huizen woont een ander meisje. 1 jaar ouder. Veel groter. En die mag van haar pappa en mamma gewoon al overal naar toe. Ze heeft zelfs een cavia gekregen. Stil blijft ze bij de tuinpoort staan. ‘Fee’! Roept ze voor haar doen zachtjes. Er gebeurt niets. Als Sophie door een kiertje gluurt, ziet ze Fee aankomen lopen. Kauwend op een lolly. Sophie mag ook al geen lolly. Want jij kunt nooit normaal lopen, jij rent altijd zegt mamma dan. Mamma is heel streng. De mamma van Fee maakt het niet uit. Fee rent eigenlijk ook nooit. Fee is iets te zwaar. Zegt mamma. Sophie ziet dat niet. Fee heeft altijd snoepjes. En een cavia. En vandaag heeft ze een emmer met visjes. Zelf gevangen in de sloot slist Fee trots met de lolly in haar mond. ‘Likje’? Sophie kijkt naar de lolly, en bedankt. Lolly van iemand anders is vies. ‘Ik wil wel een nieuwe lolly’. ‘Die krijg je alleen als je met me meegaat naar het water, want de vissen moeten terug, ze gaan allemaal dood’. Sophie kijkt nog eens. Ziet allemaal drijvende vissenbuikjes. ‘Bah! Ik hoef geen lolly meer. Ook geen nieuwe. Ik mag van pappa en mamma niet bij het water komen. Ik kan nog niet zwemmen’. ‘Wat saai! Dan ga ik wel alleen’. En Fee stapt kordaat op rubberen laarzen door het poortje en loopt naar de speeltuin. Ondertussen klotst er allemaal water uit de emmer en een visje valt in de steeg. Gelukkig was hij dood. Sophie aarzelt, maar loopt snel achter Fee aan, goed uitkijkend dat ze niet op de vis gaat staan. ‘En waar ga jij naartoe?’ Vragen grote stoere meiden. ‘Ik ga de vissen teruggooien in het water. Kijk maar.’ Meiden kijken in de emmer en doen net als Sophie bah! ‘Dat durf je niet, want dan moet je precies op het randje gaan staan’. ‘Ik durf dat echt wel’ zegt Fee. ‘Ik durf alles al’. En weer stapt ze dapper door. Iets te zwaar meisje in een roze jurk met grote rubberen laarzen van haar pappa. Sophie begint te giechelen. Grote meisjes draaien zich om. ‘En waar ga jij naartoe?’ ‘Nou, naar mamm…. Ik ga met Fee mee naar het water. Dat durf ik ook al’! En ze zet het op een lopen. Vlak achter Fee stopt ze. Paar passen blijft ze achter. Misschien vallen er ook wel levende vissen uit de emmer. Fee staat stil bij de waterkant.’ Hm, ik moet gewoon maar in het water staan. En dan gooi ik de emmer leeg. Dat durf ik al! Jij lekker niet. Jij hebt nog niet eens een zwemdiploma! Ik wel. Al 2’. Sophie is onder de indruk, maar ze durft ook wel in het water te staan. Echt niet eng. Net als in een zwembad. Met zwarte lijntjes op de bodem en speelgoed in een mand. ‘Ik durf dat ook hoor’! ‘Nou, alsjeblieft, doe jij het maar’. En Fee geeft de emmer met een zwaai aan Sophie. Nog 2 dode visjes op de grond. Wat zielig denkt Sophie. Ze draait zich om en ziet haar huis. Haar kamer en daarboven de kamer van haar broers. Als mamma weet dat ik hier ben wordt ze heel boos. Ik moet maar snel weer teruggaan. Fee staat met haar handen in de zij voor Sophie. ‘Je durft niet hé’? Lollystokje in haar mondhoek. ‘Echt wel’! ‘Echt niet! Je durft niet. Ik zie dat wel hoor’! En Fee zet een stap naar voren. Sophie tegelijkertijd een stap naar achter. Fee naar voren, Sophie naar achter. En nog 1 en nog 1. En dan plons. Sophie proest en komt boven. Zonder emmer. Dode visjes drijven naast haar. Water in haar mond, prut in haar haar. ‘Stomme trut’! Roept Fee boos. ‘De emmer van mijn pappa’! Sophie krabbelt naar de kant. De emmer drijft langzaam weg. ‘Net goed zegt Sophie trillend. Had je zelf maar moeten durven! En nu ga ik naar mamma, mag ik lekker douchen, en dan mag ik met een pyjama op de bank onder een deken naar K3 kijken met een snoepje! Lekker puh van je emmer. En je visjes waren stom. En je laarzen ook’. Sophie loopt naar huis. En mamma is maar even boos. Maar wel heel erg. Mamma is altijd heel streng. Maar ook lief, want ik kan nog niet zwemmen en ik heb toch een snoepje. En mamma gaat met me zwemmen. In het zwembad. Zonder visjes. 

4 opmerkingen:

  1. Jeetje, wat zal jij geschrokken zijn. Maar wat leuk geschreven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. wat maak jij toch altijd dingen mee met je kinderen. Al is het wel gevaarlijk dat ze in de sloot is gevallen zonder zwemdiploma.
    Gelukkig is het goed gekomen.

    liefs colinda

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Oef...dat is gelukkig goed afgelopen. Toch wel een beetje eng hoor, maar Sophie zal nu wel uit de buurt van de sloot blijven denk ik.....
    Groetjes,
    Marion

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Oei! Wat zul je geschrokken zijn.
    Mooi, zoals je je verplaatst in de wereld van je kind!

    BeantwoordenVerwijderen