maandag 4 november 2013

Benjamin en zijn dochter.

Men neme een klein verstrooid jongetje van een jaar of 8. En dat kleine verstrooide jongetje woonde in zijn eigen wereld. Een wereld ver van de echte harde wereld vandaan. We schrijven 1968. De schrijfster van dit stuk was toen nog lang niet geboren, dus plaatsen zijn hier en daar misschien iets anders geweest dan ik ze hier ga beschrijven. Dichterlijke vrijheid in proza.

Dat kleine mannetje noemen we Benjamin. En Benjamin denkt anders. Denkt dieper. Denkt door. Benjamin wordt door de grijze tantes liefkozend de Professor genoemd, omdat hij altijd de meest vreemde feiten kent en de encyclopedie uit zijn hoofd heeft geleerd. De professor maakt speciale olie als hij als 4 jarig jongetje uit logeren gaat bij 1 van die tantes. Alles wat kleine Benjamin tegen komt gooit hij er in. "Wat maak je Benjamin?" "Speciale olie!" was het antwoord. Tot op de dag van vandaag, 49 jaar verder moeten we dit verhaal iedere keer weer aanhoren als we de tantes tegen komen.

Kleine Benjamin heeft nieuwe wanten. En zijn moeder drukt hem op het hart om ze dit keer vooral niet kwijt te raken. "Onthoud nu eens een keer waar je ze neerlegt." Kleine Benjamin gaat buiten spelen en keert wantenloos terug naar huis. "En waar zijn je nieuwe wanten?" Vraagt de mamma van Benjamin. "Het wak zei: geef hier die wanten!!" En Benjamin keerde weer terug in zijn eigen wereld. Als mamma kun je denk ik niet boos worden.

Benjamin heeft sokken. In zijn schoenen. Maar daar waar zijn vriendjes wonen, op een industrieterrein in aanbouw, zijn allemaal buizen en plassen en modder en vooral dus voor een 8 jarig jongetje heel veel coole speelmogelijkheden. Maar Benjamin mocht niet meer thuiskomen met natte sokken. Mamma had er ook wel eens genoeg van. Kleine Benjamin speelt en speelt en speelt en eindigt met kletsnatte sokken. En met de stem van zijn mamma in zijn hoofd: "niet met natte sokken thuiskomen!"
Maar Benjamin zou Benjamin niet zijn als hij geen oplossing had. "Hebben jullie een hamer?" vraagt hij aan vriendje en die heeft dat wel. Benjamin legt zijn sokken op een steen en slaat en slaat en slaat met de hamer op zijn sokken. Tot de gaten er in zitten, maar ze wel redelijk droog zijn. Zo komt hij thuis. Mamma had namelijk niets over gaten gezegd.

Benjamin heeft een wollen trui. Door oma gebreid. En Benjamin doet hem aan. Maar ergens gedurende de dag komt er een draadje uit de trui. Midden op zijn buik, Wat grappig denkt Benjamin en trekt aan het touwtje. Magie!!!! Het touwtje wordt langer en langer en langer en langer. Langzaam maar zeker ontstaat er een groot gat midden op zijn buik, waar je geen trui meer ziet, maar een t-shirt. Oei. denkt Benjamin als hij naar huis wandelt. "Wat heb jij nou weer!!!" roept zijn moeder verschrikt uit als ze zoonlief ziet. Tsja, denkt Benjamin. Dat ziet ze toch? "Het was heel erg mistig en er sprong zomaar uit het niets een kat door mijn trui! En nu zit er een gat in. Maar door die mist kon ik die kat nooit zien natuurlijk!" Onbegrensde fantasie had kleine Benjamin.

Kleine Benjamin werd groter en ouder en nog veel wijzer en leeft nog steeds regelmatig in zijn eigen wereld. Maar het verschil is dat Benjamin nu vader is. Twee zonen en een dochter. En laat zijn dochter nu een exacte kopie zijn van haar vader.

Sophie gaat bij een vriendje spelen. Visnetje mee, want ze gaan vissen vangen. Nieuwe leren laarzen aan haar voeten. Om 5 uur staat er een vrolijk meisje op de stoep. Op blote voeten. In haar handen heeft ze haar laarzen. Nieuwe leren laarzen waar een stroompje water uit loopt. "We gingen vissen vangen, maar ze zaten al onder water vanwege de kou. Dus moesten we in de sloot gaan staan om ze te vangen". In haar handen houdt ze een oester. Een prachtige oester. Trots is ze. De mooiste heeft ze aan vriendje gegeven. Maar mamma kijkt niet naar oester. Mamma kijkt woedend naar zwarte leren laarzen waar de sloot zo uit stroomt de kamer in. Mamma vraagt zich hardop af of dochter ooit wel eens nadenkt voor ze iets doet. Dochter kijkt niet begrijpend naar stomende mamma. Krijgt stille morele steun van pappa. Mamma heeft vast nog nooit oesters gevangen, of een kat door haar trui gehad en waarschijnlijk is mamma ook nog nooit een pratend wak tegen het lijf gelopen. Mamma is maar saai. En helemaal niet lief als ze boos is.

Tsja, vaders en dochters. Daar was iets mee.



1 opmerking:

  1. vaders en dochters......nooit tussen te komen....moet je ook niet willen ;)

    BeantwoordenVerwijderen