woensdag 25 december 2013

Het eenzame kaartje en haar kerstmis reis.

Met heel veel plezier en haar tong uit haar mond was een klein meisje een kaart aan het versieren. Een kaart voor Kerstmis. Voor haar opa en oma. Glitters en lijm en plakkers en tekeningen versierden de gehele kaart. Na een tijdje, toen er geen enkel onbedekt plekje meer te zien was, kwam mamma met de enveloppe. Met het adres van opa en oma. Een saaie witte enveloppe. Het meisje wilde die ook nog wel kleuren, maar dat mocht niet van mamma. Dan zou de kaart niet aankomen. En zowel de kaart als het meisje wilden natuurlijk niets liever dan dat de kaart straks bij opa en oma op de vensterbank zou staan. Het meisje mocht de enveloppe wel dichtplakken met een kerstboom sticker.

Huppelend liepen het kleine meisje, haar broertje in de kinderwagen en mamma naar de brievenbus. De grote, rode imposante brievenbus op de hoek van de straat. Met 2 ogen met inktzwarte wenkbrauwen. Mamma tilde het kleine meisje op en zo kon ze haar kaart door de wenkbrauwen duwen. Plof deed de kaart toen hij in de bijna lege bak viel. Het meisje liep weer naar huis. Toen ze bijna de bocht omgingen, draaide ze zich nog 1 keer om en zwaaide een laatste maal naar haar kaart.

In de bus was het donker. Donker en zwart. Hier en daar lagen al wat kaarten en die hadden het heel gezellig. De kerst sfeer was al aanwezig in de brievenbus bak. Er lagen ook statige witte, dichte enveloppen. Die waren vast belangrijk, want die lagen een beetje bij elkaar. In de hoek die het meest verlicht werd door de zonnestralen die door de wenkbrauwen straalden. Het kaartje voelde dat ze steeds een beetje meer bewegingsruimte kreeg. De kerstboom op haar rug raakte los. Gedurende de dag werd de bus voller en voller en lag het kaartje een beetje verdrukt onderaan. Op haar rug zat een ander kaartje geplakt. Die was blijven hangen aan de loslatende kerstboom.

Met een klap was daar opeens heel veel licht. Er werd eens flink geschud en alle kaartjes vielen tuimelend over elkaar heen een grote zak in. Ze werden met zak en al in een auto gegooid en om de zoveel tijd stopte de auto en werd er even later nog een zak met post in de auto gegooid. De lange rit eindigde in een hele grote hal. Een hal met heel veel machines. Grote enge grijze machines met tanden en heel veel poststukken. Kaarten en kaartjes, enveloppen groot en klein en doosjes. Het kleine kaartje werd gescheiden van de meereizende kaart en de kerstboom zat nu helemaal los op haar rug. Alleen aan de onderkant bleef de boom nog een klein beetje plakken. Het kaartje keek verwonderd om zich heen. Wat een wonderlijke reis!

En toen was het tijd om ook de machine in  te gaan. En daar gebeurde het: de kerstboom bleef plakken aan een ijzeren rand en het kaartje voelde hoe ze langzaam uit de enveloppe werd getrokken. De machine trok aan de ene kant, de enveloppe aan de andere kant. En de machine won. Het kaartje draaide nog een stukje mee met de overige post, maar viel ergens aan het einde toch tussen de post uit. Helemaal alleen lag ze op de grond. Ze keek naar voeten en heel even in een flits zag ze boven haar hoofd, de kerstboom langs flitsen. Wacht op mij! Riep ze, maar niemand hoorde haar, en de enveloppe ging helemaal alleen, helemaal leeg tussen de post op eg naar het volgende deel van de reis. In een rode bak werd hij vervoerd naar een mevrouw die op een stoel zat en post in hokjes deed.

Het kaartje werd gevonden door een vriendelijke meneer, die haar echter niet verstond. De meneer bekeek het kaartje van alle kanten en plakte haar met een glimlach op zijn gezicht op een muur. Tussen nog wel honderd andere kaarten. Allemaal alleen. Helemaal alleen, maar toch met zijn allen. Gescheiden van adres en dus eindigend hier op een kale muur in een groot lawaaiig gebouw.

Ondertussen kreeg de mevrouw op de stoel een lege enveloppe in haar handen. Ze bekeek hem eens goed, keek naar het adressering. Voor opa en oma. Met een halfplakkende kerstboomsticker op de achterkant en schudde verdrietig het hoofd. Weer een opa en oma die verwachtingsvol naar de postbode uitkijken. Dag in, dag uit. Wachtend op dat ene kaartje. Op die ene kerstkaart waar ze het hele jaar naar uitkijken. Het kaartje dat nooit zal komen, omdat ze aan een muur hangt. De plek op de vensterbank zal voor altijd leeg blijven. Het meisje dat op visite komt met kerst zal verdrietig naast de vensterbank op de grond gaan zitten. Haar kaartje zal een wonderbaarlijke reis beleven. In haar hoofd schrijft ze de verhalen. Over een kerstkaart die over de wereldzeeën vaart, die hoog boven de wolken naar de andere kant van de wereld vliegt. Haar kaartje, die ooit vast terug zal komen bij opa en oma. Volgestempeld met exotische stempels. Gelukkig weet het kleine meisje niet wat wij wel weten. Haar kaartje zal nooit verder komen dan die muur in de fabriek.


Moraal van dit verhaal: plak uw post gewoon dicht met de plakstrip en laat versieringen achterwege.


3 opmerkingen:

  1. Fijne dagen samen!!! Geniet gewoon lekker van je gezin, heerlijk om samen te zijn!
    Mijn kerstkaarten plak ik altijd dicht:)

    Liefs!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Voordat er decemberzegels waren, mocht je de envelop niet dichtplakken. Een open enveloppe betekende drukwerk en was goedkoper dan een dichte envelop: briefpost.

    Prettige feestdagen voor jou en de jouwen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik plak ze nooit dicht...ga ik voortaan toch doen:) gezellige 2e kerstdag met je gezin! Lieve groet

      Verwijderen