dinsdag 19 mei 2015

Het verscholen dorp.

Ergens midden in de bossen op de Veluwe werden in de tweede wereldoorlog mensen verstopt. Mensen die overdag niet meer normaal over straat konden. Die opgejaagd werden. Ze moesten huis en haard verlaten en moesten continue op hun hoede zijn. Anoniem over straat lopen kon al niet meer dankzij de banden die ze om hun armen moesten dragen, de ster die ze op hun jas moesten stikken. Overal was direct duidelijk: hier lopen Joden. Ze konden niet naar de bakker, niet naar de slager, niet meer naar school en niet meer naar hun werk. Met duizenden werden ze vermoord. De schatting is dat er alleen in Nederland al 102.000 Joodse burgers zijn vermoord. De schattingen over het aantal slachtoffers binnen Europa lopen nogal uiteen, maar komen rond de 6 miljoen uit. 6 miljoen. Staat u daar eens bij stil.

In de meivakantie waren de kinderen en ik op de Veluwe en hoog op onze to do lijst als toerist in eigen land stond het verscholen dorp.  Vanaf februari 1943 tot oktober 1944 woonden en leefden er dagelijks tussen de 80 en 100 mensen in dit “dorp”.  Niet alleen Joodse mensen, maar ook gestrande piloten en jonge mannen van de arbeidsinzet. Eind oktober 1944 werd het dorp ontdekt door twee jagende soldaten. Zij zagen een jongen met een emmer door het bos lopen. Ze begonnen te schieten, waardoor de inwoners van het bos de tijd hadden om te vluchten. 8 mensen werden opgepakt door de Duitse soldaten en gefusilleerd.


Van de 12 oorspronkelijke hutten is er niet 1 overgebleven.  De Duitsers hebben in iedere hut granaten gegooid, waardoor het dorp met de grond gelijk werd gemaakt. Wel zijn er 3 hutten opnieuw gebouwd, om de bezoekers aan het bos een indruk te geven van de leefomstandigheden in het bos. Nu waren wij er net na de dodenherdenking en de 5 mei vieringen, dus er lagen op verschillende plekken kransen om de slachtoffers te gedenken.  1 van de bewoners die niet meer kon ontsnappen was een 6 jarige jongen. Samen met zijn vader overleed hij 2 dagen later onder Duits vuur. Vooral dit gegeven en het gedicht van Ida Vos heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten bij mijn kinderen. Finn vroeg zich lopend door het bos wel af waarom zijn vader deze mensen nu niet heeft kunnen helpen. ‘Hadden ze pappa niet even kunnen bellen? Dan had die ze wel geholpen, en hadden ze gewoon bij ons in de tuin kunnen spelen.’ 

 Stel je eens voor dat je (klein) kinderen niet gewoon kunnen spelen. Dat ze altijd moeten fluisteren, dat ze niet onbezorgd kind kunnen zijn.
 Zodat we nooit vergeten waar mensen onderling toe in staat zijn.
1 van de nagebouwde hutten.

In alle drie de hutten kun je een kijkje nemen. Als je ook nog een stuk door het bos gaat lopen, (van het fietspad vandaan) ervaar je de stilte en besef je tegelijkertijd welke gevaren de bewoners van Vierhouten liepen door de vluchtelingen te helpen. Ontdekking zou onherroepelijk de dood betekenen. Gelukkig zijn er in de oorlog vele mensen ware helden gebleken.