Rune, Julia
en Nisse moeten naar een modeshow. Moeten schrijven we, want ze hebben er
helemaal geen zin in. Een beetje kijken naar dames die een rondje lopen met
stomme kleding aan. En meestal hebben ze nog stommere hoedjes op hun hoofd, of
vogelnesten. Waar Pino in zou kunnen. En dan moet je stil zitten aan de kant
en mag je niet in lachen uitbarsten als er weer zo’n dame langsloopt in een
vuilniszak met groene slierten. Dat heet designersmode heeft mamma uitgelegd,
maar de kinderen denken dat mamma er net zo veel van af weet als pappa van de
wasmachine. Niets dus. Designersmode. Het zal wel. Vuilniszak met groene
slierten en een vogelnest voor Pino.
Maar ja, er
loopt een nichtje mee en dus zijn ze uitgenodigd om te komen kijken naar
nichtje die haar eerste stappen zet in haar carrière als model. De kinderen mogen vooral niet zwaaien, niet
roepen, niet praten, niet eten, niet drinken, geen kauwgum kauwen, niet hun
vinger opsteken om te vragen of ze naar het toilet mogen, niet lachen en geen
gekke gezichten trekken naar de mensen aan de andere kant van de catwalk. Zo
heet het podium opeens. Volwassenen zijn zo ontzettend raar! Een podium
bestaande uit planken heet opeens een catwalk!
Zondagmorgen
10 uur. De zaal zit tot de nok gevuld met mensen die allemaal geld hebben
betaald om te kijken naar dames in vuilniszakken. Rune en Nisse kijken elkaar
aan en denken hetzelfde. Hier valt geld mee te verdienen! Goed geld zelfs, want
zelfs als deze mensen maar 2 euro hebben betaald, zit er voor minstens 400 euro
in de zaal. 400 euro, dat zijn heel veel computerspelletjes. Rune en Nisse kijken met hernieuwde
belangstelling naar de dames die voorbij schrijden. Mamma ziet het tevreden
aan.
Maandagmiddag:
‘Komt dat zien, komt dat zien, morgenochtend in de pauze modeshow op school.
Voor slechts 1 euro bent u als eerste op de hoogte van de nieuwste mode en de
nieuwste stoffen voor dit voorjaar.’ Rune en Nisse staan op een bankje en de
kinderen stromen toe. ‘Koop vanmiddag voor maar 1 euro bij ons een kaartje. Dan
zitten jullie morgen eerste rang!’
‘Hoeveel
kaartjes hebben we verkocht?’ ‘60. We hebben 60 kaartjes verkocht.’ ‘Dat is
maar 1 computerspelletje. Jij had het over misschien wel 3 spelletjes.’ ‘Ja,
maar dit is nog maar het begin. Als we morgen een goede show neerzetten, komen
er bij de tweede voorstelling vast meer mensen. Zoiets moet groeien.’ ‘Wat gaan
we eigenlijk showen?’ ‘Daar heb ik me niet mee bezig gehouden. Ik doe de
zakelijke kant en jij de creatieve. Ik zie het morgen wel.’ Nisse loopt weg en
laat Rune achter in zijn kamer. Lekker dan. De show is morgen en we hebben
helemaal geen kleding om te laten zien. Rune gaat op zoek naar zijn zus. ‘Julia, kun je mij helpen? Nisse en ik hebben
morgen een modeshow op school, maar we hebben nog geen kleding.’ ‘Wat voor
kleding heb je nodig?’ ‘Gekke kleding, van die vreemde modeshow kleding. Met
een kerstboom op je hoofd, en een paasei onder je arm en dan van die
fladderende vuilniszakken aan je rug die bewegen als het gaat waaien. Dat soort
kleding. Kun jij helpen?’ ‘Ja hoor, mag ik dan morgen ook meedoen? Waar is het
precies?’
Rune praat
Julia bij en samen maken ze prachtige, vreemde, creatieve kleding. Nisse kan
tevreden zijn.
Dinsdagmorgen
lopen Nisse, Julia en Rune het schoolplein op met een rolkoffer vol
zelfgemaakte kledingstukken. Van alle kanten komen er kinderen aangelopen met
kaartjes in hun handen. ‘Let op: om 10.00 in de docentenkamer. Zegt het voort,
zegt het voort!’ ‘In de docentenkamer? Voel jij je wel helemaal lekker? Dat kan
toch helemaal niet! Daar zitten leerkrachten!’ ‘Nee hoor, om 5 minuten voor 10
gaan ze koffie en thee halen en daarna gaan ze naar buiten. Om 10 uur is de
kust vrij en kunnen wij een kwartier lang onze gang gaan.’
Als de bel
gaat lopen de kinderen allemaal naar hun eigen klas. Rune blijft bij zijn
lokaal bij de deur staan. Naast zijn klas is de trap naar boven. De trap naar
de docentenkamer. Daar moet het straks dus gaan gebeuren. Maar wat als er toch
iemand binnen stapt? We kunnen iemand bij de deur zetten om naar
toegangskaartjes te vragen, maar waarschijnlijk wordt een meester of juf dan
wel heel erg boos. Oei, als dit straks maar goed gaat.
De klok gaat deze
morgen tergend langzaam voorbij, maar dan is het toch opeens 5 minuten voor
10. De juf staat op en loopt naar boven. ‘Ik ga even koffie halen, dan gaan we
daarna naar buiten.’ Krijg nou wat, Nisse heeft gelijk, Rune staat bij de deur
en ziet nog meer juffen naar boven lopen met een lege beker in hun handen. ‘Oké
jongens en meisjes, leg jullie schriften maar in jullie laatje, dan gaan we
lekker buiten spelen.’ Tot op de minuut nauwkeurig! Rune wacht tot iedereen
naar buiten is en pakt de koffer onder de kapstok vandaan, loopt
voorzichtig de trap op en probeert de koffer hoog genoeg te houden, zodat hij
niet tegen de treden aan tikt. Boven staan Nisse en Julia al te wachten.
Snel trekken
Rune en Julia creaties aan uit de koffer en kijken om zich heen. ‘Het is
hier toch veel te krap, hoe kunnen we hier nu mooi de kleding showen?’ ‘Zeur niet
zo, er is hier gewoon een Catwalk voor jullie!’ Nisse wijst naar de tafel.
De hele lange lerarentafel. ‘Jullie stappen aan die kant op de tafel en lopen
dan naar het uiteinde en weer terug. De kinderen kunnen er dan mooi omheen
staan en alles goed bekijken.’ ‘Jij spoort echt niet, ik doe niet meer mee.
Laat die computerspelletjes maar zitten.’ Rune wil weglopen, maar dan gaat de
deur openen en de kinderen met kaartjes komen allemaal binnen. Er is geen weg
meer terug.
Julia staat
al klaar op een stoel zodat ze makkelijker op de hoge tafel kan klimmen. Rune
gaat snel achter haar staan en Nisse neemt het woord.
‘Welkom dames
en heren bij deze eerste modeshow van het ontwerpduo Bam en Stra. Wij showen u
de mooiste, de hipste en de coolste voorjaarsmode. Als eerste ziet u Julia. Zij
draagt een creatie van knisperende grijze folie met een groene tule.’ Julia
loopt semi elegant over de lange tafel. Via de rechterzijde naar de overkant.
Daar draait ze een rondje, die heeft ze haar nichtje ook zien maken en loopt
dan weer terug. Daar staat Rune ook al klaar. ‘Rune draagt een okergele jas van
paasvogel bont met een mooie diepblauwe streep aan de onderzijde om de boze
geesten te verjagen.’ Rune kijkt naar beneden. Om boze geesten weg te jagen?
Die broer van mij is echt het spoor bijster.
Ondertussen
staat Julia al weer klaar. Het is eigenlijk best
wel leuk, maar ze hebben maar weinig tijd. Julia besluit om alvast op de tafel
te klimmen. ‘Julia staat ook al weer klaar, ze draagt ditmaal een Lei grijze
jurk met prachtige paarse banen. Haar hals is afgezet met gekleurde bloemen. Op
haar hoofd een vrolijke oranje glitter hoed.' Julia loopt zwaaiend en draaiend over
de tafels en komt halverwege haar broertje tegen. Door de botsing verschuift
haar hoed en ziet ze opeens niet meer waar ze loopt. Ze wijkt uit naar het
midden van de tafel, stoot haar hoofd ergens tegenaan, maar loopt toch door.
Want: The show must go on! Dat had ze beter niet kunnen doen.
Terwijl ze doorloopt, trekt ze de lamp mee, die boven de tafel hangt. Krak! Met
een knal valt er een plafondplaat naar beneden. Julia staat nu bovenop de tafel
met een lampenkap op haar hoofd.
De toeschouwers stuiven alle kanten op. Rune springt
van tafel en zet het samen met Nisse ook op een lopen. De directeur is echter
op het kabaal af gekomen en ziet allemaal leerlingen de trap af rennen. Hij pakt
de laatste twee in de kraag. Rune draagt nog steeds zijn okergele jas met
blauwe strepen. ‘Wat heeft dit te betekenen? Waarom kwamen er zoveel leerlingen
van boven? En waarom hoorde ik net een harde knal? Laten wij maar eens samen
boven gaan kijken.’ Rune en Nisse kunnen niet anders dan meelopen met de
directeur. Die zwaait de deur van de lerarenkamer open en dan zien ze dit:
U zult begrijpen
dat er geen computerspelletjes gekocht zijn. Wel twee nieuwe plafondplaten en
een nieuwe lamp.